Dwaling als reddende engel

Het leerstuk van dwaling is niet altijd even overzichtelijk, maar biedt wel perspectieven om een achteraf bezien onverstandige of nadelige overeenkomst onderuit te halen. In het volgende artikel geven we uitleg over de toepassing van dit leerstuk.

Wat is dwaling?

Artikel 6:228 van het Burgerlijk Wetboek zegt daarover:

"Een overeenkomst die is tot stand gekomen onder invloed van dwaling en bij een juiste voorstelling van zaken niet zou zijn gesloten, is vernietigbaar:

a) Indien de dwaling te wijten is aan een inlichting van de wederpartij, tenzij deze mocht aannemen dat de overeenkomst ook zonder deze inlichting zou worden gesloten;
b) Indien de wederpartij in verband met hetgeen zij omtrent de dwaling wist of behoorde te weten, de dwalende had behoren in te lichten;
c) Indien de wederpartij bij het sluiten van de overeenkomst van dezelfde onjuiste veronderstelling als de dwalende is uitgegaan, tenzij zij ook bij een juiste voorstelling van zaken niet had behoeven te begrijpen dat de dwalende daardoor van het sluiten van de overeenkomst zou worden afgehouden."


De eerste twee gronden zijn logisch: als de tegenpartij een onjuiste mededeling doet, ofwel zwijgt waar hij had moeten spreken (inlichtingenplicht) dan kan de overeenkomst worden vernietigd. In geval sprake is van een wederzijdse dwaling (grond c), dan is er iets aan de hand dat beide partijen niet weten. In dat geval moet er ook aan een bijkomende voorwaarde worden voldaan, namelijk dat de verkoper bij een juiste voorstelling van zaken niet hoefde te begrijpen dat de koper de overeenkomst niet zou zijn aangegaan.

Om een simpel voorbeeld te geven van het criterium dat de overeenkomst bij een juiste voorstelling van zaken niet zou zijn gesloten: een fiets met een andere kleur dan koper of partijen dachten zal een overeenkomst meestal niet hinderen tenzij de koper expliciet aangeeft alleen een rode fiets te willen en deze blauw blijkt te zijn. Een fiets waarvan achteraf blijkt dat deze geen remmen heeft, zal wel over het algemeen kunnen leiden tot een beroep op dwaling

Wijziging van de overeenkomst

De rechter kan op verlangen van één van de partijen, in plaats van de vernietiging uit te spreken, de overeenkomst wijzigen ter opheffing van dit nadeel (artikel 6:230 lid 2 Burgerlijk Wetboek).

De koper, teleurgesteld in de kwaliteit van zijn fiets, heeft dus de mogelijkheid om uit te leggen dat hij heeft gedwaald waarbij hij dan in plaats van een vordering tot volledige vernietiging van de overeenkomst ook de mogelijkheid heeft om te vragen dat de overeenkomst wordt gewijzigd. Bijvoorbeeld: Hij wil de fiets eigenlijk wel houden, maar vindt bij nader inzien – gezien de gebreken die de fiets heeft – dat de oorspronkelijke koopsom van € 100 moet worden teruggebracht naar € 75 zodat de verkoper van de koopsom een bedrag van € 25 moet retourneren. Het gevolg is dan dat de koopovereenkomst in stand blijft, maar de koopsom wordt bijgesteld.

Het voordeel van dwaling

Wat is het extra voordeel van wijziging van de overeenkomst? Het meest belangrijke verschil zit hem daarin, dat vaak in overeenkomsten ontbinding of vervangende schadevergoeding wegens wanprestatie wordt uitgesloten. Dan is het helemaal niet mogelijk om op de zaak terug te komen en schadevergoeding te verlangen voor een tekortkoming. In dat geval komt dwaling als leerstuk goed van pas.

In principe is echter een beroep op dwaling bijna altijd mogelijk wanneer de situatie voldoet aan de omschrijving van artikel 6:228 BW. In plaats van de – vaak uitgesloten – vordering van vervangende schadevergoeding kan de koper nu dan vorderen dat de koopsom wordt gewijzigd in die zin dat een gedeelte daarvan moet worden terugbetaald.

Omdat in een overeenkomst zelden schriftelijk wordt neergelegd dat procederen op grond van dwaling is uitgesloten, heeft op die manier een koper toch nog een mogelijkheid om zijn recht te halen. Dwaling biedt dus een extra reddingsboei voor de benadeelde.

Let op!

Dwaling moet worden ingeroepen binnen drie jaar nadat de dwaling is ontdekt. Daarna is de vordering verjaard en kan deze niet meer worden ingesteld. De termijn van drie jaar is meestal onverbiddelijk.

Hoe kan Bowmer & Nuiten u helpen?

Ons kantoor heeft veel ervaring in huis op het gebied van contractenrecht en geschillen over de juiste uitvoering van overeenkomsten. Wij beoordelen het geschil snel en nemen tijdig voor u de maatregelen die nodig zijn, zoals het inroepen van dwaling.

Voor meer vragen of informatie, neem contact op met Jaap Wijnja.

Neem contact op